Niveaus

Heb je nog geen vmbo-diploma en ben je wel al 16 jaar? Dan kun je een entreeopleiding volgen. Je leert hier alles over hoe het is om in een bedrijf of organisatie te werken. Hoe maak je een goede planning, hoe ga je om met klanten en hoe werk je samen met collega’s? Dat weet je na deze opleiding. Je leert allerlei studievaardigheden en krijgt ook algemene vakken, zoals rekenen en Nederlands. Ook krijg je persoonlijke begeleiding. Weet je nog niet precies wat je na je opleiding wilt gaan doen? Met een eigen programma vol praktijkgerichte opdrachten helpen docenten je om te ontdekken wat je talent en passie is.

Aan de slag als kapper, chauffeur of medewerker in de zorg? Met een mbo-opleiding op niveau 2 word je opgeleid tot dit soort praktisch werk. Deze opleidingen heten basisberoepsopleidingen.

Er zijn twee soorten: een Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) en een Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL). Bij een BBL werk je gelijk al vier of vijf dagen. Bij een BOL is dat net andersom: je gaat vier of vijf dagen naar school en loopt stages. Na deze opleiding mag je aan het werk en ben je niet meer leerplichtig. Kijk ook even naar de verschillen tussen BBL en BOL.

Wil je zelfstandig werken? Dan is een mbo-opleiding op niveau 3 iets voor jou. Deze opleiding noemen we een vakopleiding. Of je nu een baan in de ict, zorg of bouw wilt, voor alle richtingen is er wel een vakopleiding. Sommige beroepen kun je ook met mbo-niveau 2 doen. Zo mag je bij een kapper aan de slag met mbo 2. Het verschil? Met niveau 3 mag je alle werkzaamheden van begin tot einde zelfstandig uitvoeren. Daarom leer je in de vakopleiding hoe je zelf keuzes maakt en hoe je omgaat met verantwoordelijkheid.

Wil je zelfstandig en zonder begeleiding specialistisch werk uitvoeren? Dan kies je voor een mbo-opleiding op niveau 4. Een diploma op dit niveau is gelijk ook je toegangsticket tot het hbo. De opleiding is er in twee smaken: de midden-kaderopleiding en de specialistenopleiding.